- gaaf
- {{gaaf}}{{/term}}I 〈bijvoeglijk naamwoord〉1 [onbeschadigd] whole, intact ⇒ sound 〈hout, fruit, tanden enz.〉, perfect 〈techniek, kunstwerk enz.〉, flawless 〈techniek, kunstwerk enz.〉, undamaged 〈glas, postzegel enz.〉2 [volledig] complete ⇒ full3 [ontzettend goed] great, super4 [zuiver] pure ⇒ unblemished♦voorbeelden:1 gaaf porselein • intact/undamaged porcelain2 een gaaf gebit • a perfect set of teeth3 Connors speelde een gave partij • Connors played a great game4 een gaaf karakter • an unblemished characterII 〈bijwoord〉1 [geheel en al] completely, entirely
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.